Belgisch brons op de Biënnale van Venetië | Sabato

2021-11-17 12:45:23 By : Ms. Daisy Zhang

Afgelopen weekend is de Biënnale van Venetië geopend. Ook buiten het nationaal paviljoen krijgt de kunstexpositie een Belgische kleur. In volle voorbereiding ontmoetten we landgenoot Jo Van Geert live.

Als we de deur van de bronsgieterij van Jo Van Geert in Aalst openduwen, botsen we bijna tegen twee monumentale bronzen boomtakken. Elk wordt geschat op 4 meter hoog, in glanzend brons. Het is geen werk van de Italiaanse kunstenaar Giuseppe Penone, maar enkele delen van Koen Vanmechelens enorme installatie 'Protected Paradise'. Vanaf dit weekend is hij te zien op het Canal Grande. Meer bepaald in de tuin van Palazzo Franchetti, op een triple A locatie. 'Iedereen die naar Venetië komt voor de Biënnale passeert het beeld', zegt bronsgieter Van Geert. 'Het is een eer om het beeld voor Koen te mogen maken.'

WHO? Bronzen oprichter Jo Van Geert. Wat? In zijn Aalstse bronsgieterij maakte hij verschillende onderdelen voor het 12 meter hoge kunstwerk 'Beschermd Paradijs' van Koen Vanmechelen. Waar? Het beeld komt in de tuin van het Palazzo Franchetti aan het Canal Grande, tegenover de Accademia. Dit moet je gezien hebben, want het is de grootste installatie die een Belgische kunstenaar dit jaar in Venetië zal tonen.

Het 12 meter hoge beeld bestaat uit twee bronzen bomen rond een centrale kooi waarin zich op de bodem een ​​ei bevindt van massief 12 ton Carrara-marmer. Het marmerblok van 32 ton waaruit het gebeiteld is, komt uit de Italiaanse steengroeve waar ook Michelangelo kwam kiezen. Bovenop de kooi, gemaakt van plastic, zit een bronzen kippenpoot van 4 meter hoog en 700 kilogram, plus een ei in polyester. 'Koen Vanmechelen bezorgde me de schets van zijn werk. Om dit technisch mogelijk te maken werden ingenieurs van de firma De Nul ingeschakeld. Koens tekening leverde een rekenbestand van 30 pagina's op. Het beeld staat buiten en moet dus bestand zijn tegen weer en wind. Daarom ontwierpen de ingenieurs een skelet van roestvrijstalen buizen voor het beeld, vanwege de stevigheid.'

Slakken is een werkwoord Sinds eind december 2016 werkt Jo Van Geert aan het monumentale beeld. Het is verreweg zijn grootste opdracht en zijn meest stressvolle ooit. 'Omdat het voor Venetië is natuurlijk. Maar ook omdat de deadline zo krap is. En omdat het beeld door zijn formaat in meerdere stukken gemaakt moet worden. Ze moeten allemaal perfect bij elkaar passen, anders kunnen we opnieuw beginnen. Al die onderdelen moeten we eerst in elkaar zetten en dan weer openslijpen zodat de roestvrijstalen constructie erin kan.'

'Dan is er het speciale vervoer naar Venetië, over het Canal Grande naar het Palazzo. Daar komen alle onderdelen bij elkaar en staat een 300 tons kraan klaar om alles op de juiste plek te hijsen. Dan kan ik de onderdelen weer aan elkaar lassen.'

Ondertussen zien we links in de studio de medewerker van Van Geert de temperatuur meten bij de smeltkroes: 600 kilo brons suddert tot 1.200 °C. De vlam wordt groen, de metaallegering geeft een oranje gloed aan het gezicht van de bronzen gieter. 'Eerst wat slakken, voordat we kunnen gieten', roept Van Geert. Slakken zijn geen meervoudsweekdier, maar een werkwoord, zo blijkt. Zijn collega schept de onzuiverheden uit de gigantische kom. En dan is het showtime.

De studiodeuren gaan dicht om het rondwaaien van stof te voorkomen, de temperatuur loopt direct op. De gloeiend hete legering van 90 procent koper en 10 procent tin beweegt met een hefarm. 'Normaal hebben we een kleinere kroes van 150 kg, maar voor deze klus moeten we hele grote stukken gieten.'

Welke vormen Van Geert werpt, kun je eigenlijk niet precies zien. In de put bevinden zich zeven grote cilinders van vuurvast materiaal met bovenaan een schenkgat. Om de cilinders zit een ijzeren spanband. 'Van binnen is het beeld bewaard gebleven met de verloren wastechniek. Als het brons in het gietgat stroomt, loopt het beeld vol', zegt Van Geert.

Een medewerker bedient de kraan van de smeltkroes. Een andere bronzen gieter haalt de deksels van de cilinders. Van Geert kantelt de enorme kom en een stroom kokende bronzen blubbers recht het gat in. Perfect gericht in de kleine opening, zodat er bijna niets morst: absoluut niet vanzelfsprekend met zo'n zware kroes. Jo Van Geert vult de zeven gietcilinders één voor één, tot de bronzen schaal leeg is. Op elke mal staat een code. Hieruit leest Van Geert af hoeveel was, hoeveel openingen en hoeveel brons er in het beeld zit. 'Dat bepaalt de volgorde van casting. Dikke stukken giet je het beste met iets 'kouders' brons', weet hij.

Archeologie van de toekomst Het cruciale werk is gedaan. Van Geert is duidelijk opgelucht, er is niets misgegaan. 'Ik heb 35 jaar ervaring, maar brons gieten met de verloren wastechniek is geen exacte wetenschap', zegt hij. 'De kunstenaar levert eerst een sculptuur af in gips of klei. Of in het geval van Koen Vanmechelen: een schets. Op basis daarvan werden de kippenpoot en takken uit een blok piepschuim gesneden. Van die vorm maken we een negatieve mal in siliconen. We gieten de mal positief in was. Het resultaat: een gewaxte versie van het beeld, aangevuld met sprues. Het brons stroomt in alle hoeken langs de gietboom en de lucht kan gemakkelijk ontsnappen. Om dat wassen beeld plaatsen we een bekisting in vuurvast materiaal: een mengsel van gips, porfier en chamotte. We bakken de cilindrische vorm veertien dagen op 600 °C. De was loopt geleidelijk uit, maar de mal eromheen verhardt. In die negatieve vorm sneed ik het brons uiteindelijk op 1.200 °C.'

De gegoten beelden moeten eerst buiten afkoelen. En na een dag worden de cilinders stukgeslagen met een voorhamer. 'Dat is een gelukzalig moment. Precies archeologie: je bevrijdt een beeld uit een steen. En dan moeten we de sprues afslijpen en het beeld naar wens afwerken: glanzend, ruw of gepatineerd. De techniek om bronzen beelden te maken is eigenlijk een soort archeologie: die is in 3000 jaar nauwelijks geëvolueerd. Gooi de elektriciteit en het aardgas weg en de oude Babyloniërs of oude Grieken kunnen in Aalst aan de slag.'

Brad Pitt Jo Van Geert heeft de afgelopen decennia een internationale reputatie opgebouwd als bronsgieter. Hij volgde de academie, maar leerde het bronsvak van zijn buurman Bert Gheysels, die een kleine gieterij had in Erembodegem. Omdat hij zo gefascineerd was door vuur en metaal, hielp hij regelmatig mee. Daar werden onder meer beelden gegoten van Roel D'Haese en George Grard. Dertig jaar geleden bouwde Van Geert aan huis een 'achtertuingieterij'. Zijn eerste grote opdracht daar was een standbeeld voor de stad Aalst van Ronald De Winter: een standbeeld van Koning Boudewijn. De bestellingen namen toe en hij rekruteerde zijn eerste bedienden.

Twintig jaar geleden richtte hij in Aalst een professionele bronsgieterij op. Hij kreeg al snel opdrachten van Thomas Houseago, nu een superster in Los Angeles en de beeldhouwleraar van Brad Pitt. Destijds was Houseago een arme kunstenaar die worstelde om de eindjes aan elkaar te knopen. Vandaag werkt Van Geert voor enkele Belgische topspelers zoals Thomas Lerooy, Peter Rogiers, Sofie Muller, Eric Croes, Douglas Eynon en Wilfried Pas en ook Koen Vanmechelen. Als we in het atelier rondkijken, herkennen we inderdaad wassen delen van hun sculpturen. Van Geert en zijn zeven medewerkers voeren hun ideeën uit. Ze vertalen de gekke wendingen van een kunstenaar naar een bronzen beeld. 'Artiesten mogen niet worden beperkt door technische problemen. Ze moeten vrij kunnen denken. Het is aan ons om hun gedachten concreet te maken.'